Nieuws vanuit het pedagogisch team
Zindelijkheid
Zindelijk worden is een natuurlijk proces en een belangrijke fase in de peutertijd, mede omdat het kind het zelf moet doen. Om zindelijk te worden moet het zenuwstelsel voldoende ontwikkeld zijn. Dit is meestal tussen de 1,5 en 2,5 jaar.
Peuters ervaren een hoge mate van autonomie en zijn eigenaar van hun eigen ontwikkelproces. Zelf doen en nee zeggen horen hierbij. Benadruk het proces in plaats van het eindproduct en geef zo het kind de ruimte om het zelf te doen. Laat het een zo normaal mogelijk proces zijn, zonder druk en zonder beloning. Belonen suggereert namelijk ook dat je kunt falen en ongelukjes horen bij het zindelijk worden. Ieder kind heeft een eigen tempo waarin het zindelijk wordt, net zoals met leren lopen en praten
Er zijn verschillende manieren waarbij de ouder het kind kan begeleiden met het zindelijk worden. Welke manier of methode het beste past, hangt van zowel het kind als de ouder af.
Bij ons op de opvang wordt er altijd gewerkt vanuit regelmaat en nabootsing. Alle kinderen gaan rond dezelfde tijd naar de wc of worden verschoond op de commode. De regelmaat waarmee dat gaat is ondersteunend aan het ‘klok zindelijk’ worden. De jongere kinderen kunnen meekijken met de kinderen die al zelf naar de wc gaan. Het maakt het de stap om zelf mee te gaan kleiner doordat het een heel gewoon moment op de dag is, waar iedereen aan mee doet.
Jonge kinderen denken vaak dat ze andere belangrijkere bezigheden hebben dan naar de wc gaan. Ze gaan helemaal op in hun spel, of ze hebben bijvoorbeeld een stuk speelgoed dat ze liever niet willen achterlaten. Vaak zeggen ze dan dat ze niet hoeven terwijl ze wel degelijk moeten. Je helpt ze door ze eraan te herinneren en mee te denken in wat het wel mogelijk maakt om naar de wc gaan.
Bespreek de aanpak wat betreft het zindelijk worden met onze leidsters en stem dit samen af op de thuissituatie.
En last but nut least: Zindelijk zijn is fijn





