Het ontwikkelen van de zintuigen

Door middel van de zintuigen komen we in contact met onszelf en met de buitenwereld. Het kleine kind is nog een en al zintuig, alle indrukken komen ongefilterd binnen. Het heeft nog niet geleerd de verschillende zintuiglijke indrukken naar ‘waarde’ te schatten en de niet waardevolle te negeren. Alles wordt opgenomen. We proberen die onbevangenheid te behouden en te behoeden door te waken over de kwaliteit van de zintuiglijke indrukken. Inrichting en kleurgebruik in de ruimte, voeding, keuze van materialen en de hoeveelheid speelgoed zijn daarop afgestemd. Een mens heeft meerdere zintuigen tot zijn beschikking. In de antroposofische pedagogiek wordt bij het jonge kind bijzondere aandacht gegeven aan de tastzin, de levenszin, de bewegingszin en de evenwichtszin.

 

Door deze zintuigen ervaren kinderen een fundamentele relatie tussen hun lichaam en hun omgeving. De lichaamsgebonden zintuigindrukken leggen de basis voor psychische en geestelijke vermogens op latere leeftijd. Zo vormt bijvoorbeeld het vinden van evenwicht in lichamelijke zin het referentiekader om ook innerlijk evenwicht te kunnen beleven.

 

Met de tastzin ontdekt het kind zijn omgeving en zijn lichaam. Via aanraken, betasten en grijpen komt het kind tot ‘begrijpen’. Het ervaart een bepaalde weerstand waardoor het kind zichzelf en zijn omgeving ervaart, en de grens daartussen. Een goede ontwikkeling van de tastzin geeft op latere leeftijd vertrouwen in de wereld, een belangrijk fundament voor het verdere leven. Bij de lichamelijke verzorging, het gedragen worden en op schoot zitten, wordt met dit zintuig rekening gehouden. Daarnaast zijn pedagogisch medewerkers zich er van bewust dat de aanraking een belangrijk onderdeel is van het contact met het kind.

 

Bij het spelmateriaal wordt bewust gekozen voor hoogwaardige en natuurlijke kwaliteit zoals hout, wol, katoen, linnen, zijde en fluweel. Afhankelijk van het seizoen komen de kinderen in de tuin in aanraking met onder andere water, zand, eikels, kastanjes en schelpen.

 

Met de levenszin ervaart een kind of het zich goed voelt of niet, of het honger of dorst heeft, of het moe of uitgerust is, of het zich ziek of behaaglijk voelt. Het vermogen om harmonie en disharmonie binnen het lichaam waar te nemen, vormt de basis om ook ‘gezonde’ of ‘zieke’ situaties in het sociale leven te kunnen onderscheiden. Om de ontwikkeling van de levenszin te ondersteunen, bieden we op De Kroost kinderen goede lichamelijke verzorging, gezonde voeding, een regelmatig (slaap)ritme in de dag en alles wat er toe bijdraagt dat het kind zich behaaglijk voelt.

 

De bewegingszin stelt ons in staat om van binnenuit onze eigen bewegingen waar te nemen door de spanningsverschillen in onze spieren. Het kind ervaart hoe het zich in de ruimte beweegt, dat het loopt, kruipt, springt etc. Ook ritmische bewegingen bij liedjes of kringspelen werken bevorderend. Voor de ontwikkeling van de bewegingszin zijn zowel de grove als de fijne motoriek van belang, afgewisseld met momenten van rust. Dit gegeven vormt op de groep de basis van de dagindeling.

 

Door een goed ontwikkelde bewegingszin kan een kind meebewegen met de ander en gevoel ontwikkelen voor non-verbale communicatie. Ontwikkelt de bewegingszin zich goed dan kan een gevoel van vrijheid ontstaan en - op latere leeftijd - het vermogen om innerlijk 'bewogen' te raken en innerlijk mee te voelen met anderen.

 

Als het kind de zwaartekracht leert overwinnen, wordt de evenwichtszin ontwikkeld. Het leert zich op te richten en te lopen. Vervolgens ontwikkelt het zijn vermogen tot ruimtelijke oriëntatie. De drie fundamentele ruimterichtingen boven - onder, links – rechts en achter - voor worden geoefend en veroverd. Bijvoorbeeld door te klimmen, springen, balanceren op een balk, hinkelen, torens van blokken te bouwen en bouwwerken te maken van kisten en planken.

 

Op de babygroep wordt hier vooral op ingespeeld door kinderen de rust en tijd te geven zich op te richten. Een gezond kind vindt zelf het moment van omrollen, zich op trekken, zitten en gaan staan. Het gaat niet alleen om het kunnen staan maar ook om het proces hier naar toe.

 

Op de peutergroep zijn er materialen aanwezig om op te klimmen en vanaf te springen. Ook buiten in de tuin is er de gelegenheid om het evenwicht te ontdekken en te oefenen.

 

Een goed evenwicht in lichamelijke zin geeft een rustpunt van waaruit je alles kunt overzien en legt de basis voor innerlijk evenwicht, innerlijke rust en voor gevoel van evenwicht in overdrachtelijke zin.

broodbakken-1