Spel van het jonge kind is niet los te zien van de ontwikkeling van het kind. Door te spelen kan het kind zich de wereld waarin het opgroeit eigen maken. Dat begint met de nog ongerichte grijphandjes van een baby. Alles wat het om zich heen vindt, wordt gepakt, in de mond gestopt en weer los gelaten. Als een kind kan kruipen, gaat het zelfstandig op onderzoek uit. Van schoenveters tot kastdeurtje, het jonge kind is nieuwsgierig naar alles wat het tegen komt. Het wordt steeds meer zichtbaar dat het kind de opvoeders om zich heen gaat nabootsen, in gebaren, gezichtsuitdrukkingen, geluiden en intonaties.

Het mogen ontdekken van zijn leefwereld en de personen om zich heen kunnen nabootsen, is voor het kind essentieel. Dit geeft het kind de mogelijkheid zich te ontwikkelen en om te groeien.

Het kind zelf gaat op ontdekking uit, komt tot nabootsen maar het zijn de opvoeders die de omgeving aanbieden aan het kind waarin het zich kan ontwikkelen en waarin het kan opgroeien. Vanuit deze gedachte kun je zeggen dat de kwaliteit van speelgoed en de kwaliteit van hetgeen de opvoeders aanbieden om na te bootsen, de kwaliteit bepaalt van de ontwikkeling en de groei.

Bij 't Kleine Volkje wordt de kinderen een omgeving aangeboden waarin pedagogisch medewerkers zich bewust zijn van hun voorbeeldfunctie en in de ruimte natuurlijke materialen aanwezig zijn. Door de openheid van jonge kinderen kan het kind met zijn zintuigen de kwaliteit van het voorbeeld en van de materialen in zich opnemen. Hout, katoen, wol en zijde hebben een andere kwaliteit dan plastic en synthetische stoffen.

Het speelgoed op de groepen is weinig gedetailleerd. In zijn spel kan het kind zelf invulling geven aan het aanwezige speelgoed; een auto kan eerst een brandweerauto zijn, vervolgens een taxi of een vrachtauto. De kurken in een pannetje kunnen poffertjes zijn maar een moment later kan het geld zijn waarmee boodschappen worden afgerekend. Dit spelmateriaal geeft ruimte aan de fantasiekrachten die een kind in zich heeft.

Spelmateriaal vertelt het kind ook onbewust over natuurlijke wetmatigheden: ronde dingen kunnen rollen, vierkante blokken zijn te stapelen tot een (wiebelende) toren en grote voorwerpen zijn zwaar.